Het huis 'Den Ancker' op de hoek van de Ridderstraat en Achter het Stadhuis. Dit pand is omstreeks 1930 gesloopt.
Drie straten verbinden de Markt, het oude middelpunt van de stad, met het 'achterland' richting Sint-Jan en Verwersstraat. Ze liggen van de Markt af gezien van links naar rechts, keurig in alfabetische volgorde: de Kerkstraat, de Kolperstraat en de Ridderstraat. Op de stadsplattegrond van Jacob van Deventer uit ongeveer 1545 zijn ze al precies zo te zien.1Foto: Stadsarchief De naamsverklaring van de Kerkstraat is niet moeilijk natuurlijk. Ze is niet genoemd naar de kerk die er in staat. Die staat daar pas sinds 1822. De straat ontleent haar naam aan de kerk waar ze naartoe leidt, de Sint-Jan (zie de foto op de achterzijde van deze aflevering). Ze wordt al genoemd in een oorkonde uit 1311 ('in vico ecclesiae', in de Kerkstraat).2 In deze periode is er op de plaats van de huidige kathedraal al een kerk, gewijd aan Sint Jan de Evangelist, waarvan de toren tot de dag van vandaag gedeeltelijk behouden is gebleven.3 Tussen de Markt en de kerk liep de (eerste) stadsmuur, evenwijdig aan Achter het Stadhuis-Fonteinstraat-Krullartstraat.4 Als de Bossche kerkgangers door de jaren heen steeds van de Markt recht naar hun kerk hebben kunnen lopen, moet er dus in de stadsmuur een (kleine) poort geweest zijn. Dan de Kolperstraat. Met deze naam werd tot ongeveer het midden van de vijftiende eeuw meestal de straat aangeduid die later Verwersstraat ging heten. Soms was de korte straat die nu nóg Kolperstraat heet inbegrepen, maar als speciaal dit korte stuk werd bedoeld sprak men vaak van Kort Kolperstraat, en van de weeromstuit noemde men de latere Verwersstraat dan soms de Lang Kolperstraat.5 De Kort Kolperstraat wordt in begin 15e-eeuwse stukken ook genoemd de 'vicus sartorum veterum vestium' of 'vicus reparatorum veterum vestium', dit is: Oude Klerenmakersstraat of Oude Klerenherstellersstraat.6 De verklaring van Kolper- is een moeilijke, of, laat ik het maar meteen zeggen, onmogelijke zaak, tenminste met de gegevens die ons op dit ogenblik ter beschikking staan. In het grote Middelnederlandsch Woordenboek van Verwijs en Verdam of in toponymische literatuur heb ik het woord kolper(t) nergens gevonden. Een minuut of twintig surfen op het internet heeft me de overtuiging gegeven, dat de straatnaam Kolperstraat alleen in 's-Hertogenbosch voorkomt en dat maakt het er niet eenvoudiger op. Sasse van Ysselt schrijft - na de lezer eerst op het verkeerde been te hebben gezet met een huis dat de Kolf heette - dat de (Kort) Kolperstraat die naam gekregen heeft vanwege 'de vele colporteurs die daarin woonde.7 Maar 'colporteur', 'colporteren' e.d. zijn woorden die pas sinds de negentiende eeuw in het Nederlands opduiken.8 Mosmans & Mosmans doen nog een schepje bovenop: 'De naam is eene verkorting van Colporteursstraat. Er woonden hier namelijk veel colporteurs van oude kleeren (vicus colportorum veterum vestium).9 'Colportorum' is kennelijk een verkeerde lezing van 'reparatorum'. Roelands houdt het op een verband tussen de straatnaam en een huis genaamd De Kolf, waarin een bakkerij gevestigd was. De bakker blies op zijn hoorn als hij zijn brood klaar had, waarop van alle kanten huismoeders kwamen toesnellen. Om brood te kopen, maar ook om een praatje te maken. Zo zou de naam De Kolf ingeburgerd zijn geraakt.10 Wel een leuk verhaal, maar een taalkundig verband tussen Kolf en Kolper(t) - hoe kan Kolf Kolper(t) worden? - is hiermee nog niet aannemelijk gemaakt. Hier komt nog iets bij. De oudste vermeldingen van de straat die we hebben, zijn al van vóór het jaar 1300 en steeds wordt dan geschreven Colpel.11 Wie nog eens degelijk wil gaan zoeken naar de betekenis van onze straatnaam zal dus moeten uitgaan van de vorm Colpel. Pas na 1300 komt de vorm met -r bo- | 55 |
vendrijven en verdwijnt die met -l snel. De Kolperstraat in de richting van de Markt, 1912. Links een voorbeeld van een straatkelder met pothuis, oorspronkelijk behorend bij het hoekhuis Markt 15. De aanbouw bovenop behoorde niet tot het pothuis. Dit bouwsel was namelijk onderdeel van het buffet van het 'Neerlandsch Kofiehuis' dat hier gevestigd was. De term 'pothuis' verwijst niet naar het toilet maar naar de voorraadpotten die hier over het algemeen werden opgeslagen. Foto: Stadsarchief (geschenk mw. E. Bloema)
Vormen als Coelpot en Colpot komen dan ook voor, maar blijven uitzonderingen.12 Iets heel bijzonders aan de Kolperstraat is, dat daar nog een zogeheten pothuis staat, het enige dat in Den Bosch nog is te vinden. Een pothuis is meestal een overkapping van een kelder of kelderingang en soms in gebruik als woning of als werkplaatsje van bijvoorbeeld een schoenmaker. Rest ons nog de Ridderstraat. Deze naam komt, voorzover ik kon nagaan, in oude stukken voor het eerst voor in 142713, maar er zijn oudere aanduidingen of omschrijvingen van deze zelfde straat. Als het over deze straat gaat, komen dikwijls bezittingen ter sprake van de heer - later: wijlen de heer - Aert Rover. Aan deze naam wordt meestal toegevoegd: ridder. Dit heerschap komen we tegen van 1397/1399 tot in ieder geval 1494, dus bijna een eeuw.14 Het vernoemen van een straat naar een opvallende of voorname bewoner kwam in de Middeleeuwen niet zelden voor. Ik houd het er dus op dat deze straat haar naam heeft ontleend aan deze Aert Rover en niet aan een in de zestiende eeuw bestaand huis genaamd In den Ridder of In den Ridder St. Joris, zoals Sasse van Ysselt meent.15 | 56 |
Noten | |
1. | Zie E. Verhees en A. Vos, Historische Atlas van 's-Hertogenbosch (Amsterdam 2005) blz. 14. |
2. | H.P.H. Camps, Oorkondenboek van Noord-Brabant, dl. I ('s-Gravenhage 1979), nr. 859. |
3. | C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch ('s-Gravenhage 1985) blz. 15-16. |
4. | Verhees-Vos, blz. 10-11. |
5. | Zie bv. het schepenprotocol, R 1194 f 6 v (1423) en f 104 (1424). |
6. | Zie bv. R 1190 (1416-7) f 435; R 1198 f 200 (1428). |
7. | A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voomame Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch, 3 dln. ('s-Hertogenbosch 1910-1914), dl. 11 blz. 314. |
8. | M. Philippa e.a. (hoofdred.), Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, dl. I (Amsterdam 2003) blz. 460. |
9. | J. Mosmans en A. Mosmans, Oude Namen van Huizen en Straten te 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1907; reprint 1973). blz. 78. |
10. | J.A.M. Roelands, Straat in Straat uit ('s-Hertogenbosch 1984), blz. 17. |
11. | Zie Camps, Oorkondenboek, de nrs. 540, 565, 572, 602, 631, 632, 641, 644, 645, 662, 670, 735. |
12. | Camps, Oorkondenboek, nr. 936: schepenprotocol R 1208 f 59 v (1438). |
13. | 13 R 1196 f 138 v. |
14. | 14 R 1186 f 316 v; R 1263 f 192 v. Leden van de familie (De) Rover zaten in het Bossche stadsbestuur van de 13e tot 16e eeuw. Mogelijk leefden er meerdere personen uit dit geslacht met de voornaam Arnold/Arnt/Aert tegelijk. Voor meer duidelijkheid wie als naamgever van de straat in aanmerking komt is nader onderzoek nodig. |
15. | Dl. II, blz. 173. |